SCHEEPSRAMP
De kleine plastic korrels die in de plasticindustrie als grondstof worden gebruikt om plastic te produceren, hadden al heel wat aliassen (‘granulaat’, ‘nurdles’, ‘plastic pellets’), maar na meerdere ongelukken met containerschepen waarbij plastic bolletjes aanspoelden op stranden, is daar ook de poëtische omschrijving ‘zeemeerminnentranen’ bijgekomen. In een nieuw rapport waarschuwen milieuorganisaties dat de plastic pellets inderdaad om te huilen zijn. Ze pleiten ervoor dat ze als containerlading de status van ‘gevaarlijke stoffen’ krijgen.

Om één plastic wegwerpflesje te maken, zijn zeshonderd à twaalfhonderd plastic korreltjes nodig, rekende stichting De Noordzee eens voor. Het betekent dat de hoeveelheid ‘zeemeerminnentranen’ die ten behoeve van de wereldwijde plasticindustrie wordt verscheept in zeecontainers ieder menselijk voorstellingsvermogen te boven gaat. Nadat de ‘MSC Zoe’ begin 2019 bijna 350 containers verloor op de Waddenzee, spoelden er op de Waddeneilanden naar schatting 24 miljoen plastic korreltjes aan, maar het grootste nurdles-drama uit de geschiedenis voltrok zich vorig jaar lente voor de kust van de Sri Lankaanse hoofd- en havenstad Colombo, waar het containerschip ‘X-Press Pearl’ na een helse, dertien dagen durende brand naar de zeebodem zonk.
De milieuorganisaties International Pollutants Elimination Network (IPEN) en The Centre for Environmental Justice (CEJ) hebben over dat scheepsongeval nu een rapport gepubliceerd, gefinancierd door de Zweedse regering: ‘A new kind of oil spill’.
84 miljard korrels
De ‘X-Press Pearl’ vervoerde 1680 ton plastic pellets, schrijven de organisaties in hun rapport, en ze schatten dat daarmee circa 84 miljard korreltjes aan boord moeten zijn geweest. Hoeveel daarvan tijdens de scheepsramp in zee terecht zijn gekomen, is niet precies duidelijk, maar dat het er veel waren, staat buiten kijf. Twee weken na de ramp hadden volgens de onderzoekers al welgeteld 18.973 mensen meegeholpen om de stranden van Sri Lanka schoon te maken, en die hadden toen al ‘massale hoeveelheden’ troep opgeruimd.
De milieuorganisaties gaan ervan uit dat in diepere zandlagen van de kuststreek van het Aziatische land nog steeds veel pellets zitten en dat die nog tot in lengte van dagen een probleem zullen blijven vormen. De lokale milieubeschermster Asha de Vos verzuchtte eerder al hoe moeilijk het is om alles terug te vinden. Door brandschade zijn veel van de korreltjes niet langer herkenbaar als plastic, terwijl ze nog wel steeds stoffen kunnen verspreiden die schadelijk zijn voor de natuur.
De IPEN en de CEJ willen met hun rapport in de eerste plaats aantonen dat plastic pellets überhaupt een probleem zijn. Want historisch worden de korreltjes gezien als ‘onschadelijk’ en als ‘inert’: ze zouden geen reacties aangaan met andere chemische stoffen.
Dode dolfijnen
Voor hun rapport analyseerden de onderzoekers hoeveel giftige stoffen er in plastic pellets zitten die in het Sri Lankaanse kustgebied zijn aangetroffen en interviewden ze 107 vissers en andere mensen die voor hun broodwinning afhankelijk zijn van het water en de stranden. Kort samengevat leverde dat het beeld op, dat de plastic korreltjes ongezond en bepaald niet onschadelijk zijn, en dat het met die vissers niet goed gaat sinds de ramp.
Stoffen die met het ontstaan van kanker in verband worden gebracht, hormoon-ontregelende stoffen, stoffen die corrosie veroorzaken: alle narigheid waarnaar de onderzoekers in Sri Lanka zochten, troffen ze aan, en dat veelal in veel te hoge concentraties. De onderzoekers spreken van ‘een giftige mix van plastics en onzichtbare chemicaliën’. Direct na de scheepsramp was in de praktijk ook al wel gebleken dat de natuur er schade door opliep. Vissen gingen in groten getale dood en ook telden natuurbeschermers onder meer 258 overleden schildpadden en 43 dode dolfijnen.
Plastic pellets bevatten volgens de onderzoekers niet alleen allerlei additieven, chemicaliën en metalen, ‘ze hebben tot overmaat van ramp ook dezelfde afmetingen als het voedsel dat veel zeedieren en vogels normaliter tot zich nemen’. Dieren peuzelen de korreltjes op, soms dus met fatale gevolgen.
Lokale vissers verloren na de ramp tijdelijk inkomsten, niet alleen doordat het zeewater en de vissen waren vergiftigd maar ook doordat visnetten verpest waren, en 16% van de ondervraagden in het onderzoek meldden zelfs ‘een compleet verlies van inkomen’.
‘X-Press Pearl’
De ramp met de ‘X-Press Pearl’ heeft volgens de IPEN en de CEJ nu voldoende aangetoond dat plastic pellets geen onschuldige containerlading zijn. Sri Lanka denkt er net zo over en heeft bij de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) het voorstel ingediend om plastic pellets standaard als gevaarlijke lading te classificeren.
Het probleem van olielekkages in de scheepvaart is door de jaren heen teruggedrongen dankzij duidelijke, strenge regelgeving, schrijven de onderzoekers, en met plastic korreltjes in zeecontainers zou dat voorbeeld gevolgd moeten worden, vinden ze. Vandaar ook de titel van hun rapport: ‘A new kind of oil spill’. In de praktijk kunnen incidenten met plastic korrels zelfs rampzaliger uitpakken dan olielekkages, zeggen de onderzoekers, want terwijl olie op het wateroppervlak blijft drijven, zinken de korrels naar beneden, waar ze via stromingen verder verspreid kunnen worden. De onderzoekers denken dat de plastic pellets uit de ‘X-Press Pearl’ kunnen blijven opduiken in een gebied dat zich uitstrekt van Indonesië tot Somalië.
Wetgevers hebben tot nu toe geen goed antwoord op de gevaren van containervervoer, vinden de onderzoekers. ‘De bestaande wetgeving en praktijken zijn onvoldoende om de risico’s van slecht verpakte chemicaliën en het grote aantal verschillende chemicaliën dat door containerschepen wordt vervoerd, te beperken’.
Verdrag
Er is in 1996 wel een internationaal verdrag opgesteld inzake de aansprakelijkheid en vergoeding van schade in verband met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, de HNS-conventie (‘Hazardous and Noxious Substances’), maar dat verdrag wacht een kwart eeuw na dato nog steeds op inwerkingtreding. Een van de adviezen in het onderzoeksrapport van de milieuorganisaties luidt dan ook, om de HNS-conventie eindelijk eens te ratificeren. Ook moet het internationaal verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee, de SOLAS-conventie, volgens de onderzoekers gemoderniseerd worden om ze van toepassing te kunnen laten zijn op de enorme containerreuzen die anno 2022 in de lijnvaart actief zijn.
Verder pleiten de IPEN en de CEJ onder meer voor een systeem waarmee overboord gevallen containers gerapporteerd kunnen worden en een compensatieprogramma waarmee slachtoffers van grote nurdles-ongelukken schadeloos gesteld worden. Last but not least willen de onderzoekers, net als Sri Lanka, dat plastic korreltjes officieel te boek komen te staan als gevaarlijke stoffen.


Bron: NT